Leesprotocol

Leerlingen die op de Boemerang komen zijn op de basisschool al gevolgd en begeleid met het protocol leesproblemen en dyslexie.

Veel kinderen hebben ernstige leesproblemen en soms is er dyslexie vastgesteld.

Op de Boemerang vindt de volgende aanpak plaats:

In groep 1 en 2 wordt binnen de thema’s intensief aan voorbereidende leesontwikkeling gewerkt. Dit noemen we ontluikende geletterdheid. Er wordt voorgelezen en er worden informatieve boeken bekeken. Er wordt intensief gewerkt aan het bevorderen van het fonemisch bewustzijn. Daarnaast worden er kring- en spelactiviteiten gedaan ter bevordering van het actieve taalgebruik van kinderen.
De taal/ leesontwikkeling wordt gevolgd via verschillende leestoetsen.

  • In groep 1/2 worden de zogenaamde Parnassys-leerlijnen gebruikt voor het volgen van de ontwikkeling van de leerlingen. Bij de kleuters maken wij geen gebruik van (Cito-)toetsen om de leervorderingen te toetsen, met het oog op de jonge leeftijd van de kinderen: vooral door gerichte observaties volgt en stimuleert de leerkracht de ontwikkeling van de kinderen.
  • De leerkrachten van de groepen 3 en 4 gebruiken de methode “Veilig Leren Lezen” als basis voor het aanvankelijk lezen. Naast het werken en toetsen uit deze methode worden de leerlingen twee keer per jaar getoetst met behulp van het protocol leesproblemen en dyslexie (de zgn. herfst- en maartsignalering) of met de toetsen AVI en DMT. De toetsen worden gebruikt om te bepalen welke leerstof (opnieuw) wordt aangeboden en welke wordt beheerst. Het is mogelijk dat leerlingen in groep 4 de toetsen van groep 3 maken, omdat ze nog bezig zijn met het leren van de letters, bijv. de twee-tekenklanken zoals eu, au, ei. In groep 3 wordt waar nodig ook met leesprogramma’s op de computer gewerkt. De uitslagen van de toetsen worden besproken in de Commissie van begeleiding.
  • In de groepen 5, 6, 7 en 8 wordt verder gewerkt aan de leesontwikkeling van de kinderen met de methode “Estafette”. Waar nodig worden aparte programma’s en leesstrategieën ingezet en wordt gewerkt met het protocol leesproblemen en dyslexie voor de groepen 5 t/m 8. We streven ernaar dat leerlingen minimaal één AVI-niveau per leerjaar vooruitgaan, maar bij voorkeur twee en met een zo hoog mogelijk AVI-niveau van school gaan. Wanneer er sprake blijkt te zijn van hardnekkige leesproblemen of dyslexie worden de taalleesspecialist en de intern begeleider betrokken bij het samenstellen van het onderwijsaanbod en de te gebruiken strategieën om tot een hoger leesniveau te komen. Leerlingen met ernstige leesproblemen worden besproken in het IB-ortho overleg en krijgen waar mogelijk extra zorg / hulp of hulpmiddelen.